De Autoriteit Financiële Markten (AFM) stelt een onderzoek in naar de variabele hypotheekrente van financiële instellingen zoals banken en verzekeraars. De AFM, die toezichthouder is de financiële markt, bekijkt of de informatie in brochures en algemene voorwaarden voor consumenten voldoende is om een goede keuze te kunnen maken tussen variabele rente of vaste rente. Een woordvoerster van de AFM bevestigde zaterdag de berichten die hierover in het Algemeen Dagblad verschenen waren.
De AFM wil geen oordeel geven over de hoogte van de rente, maar wil wel weten hoe de rentes tot stand komen. Vervolgens bekijkt de financiële toezichthouder of de schriftelijke informatie hierover voor de consument voldoende is om een juiste keuze te maken op basis van zijn wensen.
De meeste huizenkopers kiezen overigens voor een vaste rente voor een bepaalde periode van vijf of tien jaar. De variabele rente verandert iedere maand, afhankelijk van de marktrente. Niettemin zouden sommige banken hun variabele tarieven onnodig hoog houden, terwijl de rente op de internationale geldmarkt sinds begin dit jaar aan het dalen is.
Gevolgen voor koopgedrag
Wanneer informatie over hypotheken meer compleet is en beter afgesteld is op de wensen van de consument, zou een logisch gevolg zijn dat er meer huizen verkocht kunnen worden. Uit recent onderzoek van TNS NIPO in opdracht van ING, blijkt dat ruim zeven op de tien starters de huidige tijd bijzonder gunstig vindt om een woning te kopen. Dit aantal is sinds nog nooit zo hoog geweest, sinds dit onderzoek vanaf 2006 regelmatig wordt uitgevoerd.
Er zijn plannen geweest om het maximale hypotheekbedrag te beperken tot honderd procent van de executiewaarde. Deze plannen zijn voor starters ongunstig. Ruim een kwart van de starters zou dan geen woning kunnen kopen. Bijna driekwart van de starters wil bij aankoop de kosten koper en een eventuele verbouwing ook op kunnen nemen in de hypotheek.
Vertrouwen
Het vertrouwen van starters en koopwoningeigenaren is terug op het niveau van een jaar geleden, voordat de crisis uitbrak. Ruim de helft van koopwoningbezitters vindt de tijd gunstig om een woning te kopen. Een kwart verwacht dat de huizenprijzen binnenkort weer zullen gaan stijgen. Wel zijn zowel de woningeigenaren als de starters minder positief over hun eigen financiële positie. Van de starters verwacht nog niet de helft een verbetering van hun financiële situatie, evenals nog geen twintig procent van de woningbezitters. Woningeigenaren maken zich niet erg druk over de economische situatie: slechts zes procent acht de kans op werkloosheid hoog. Mocht het inkomen afnemen, dan kan veertig procent dit opvangen met het inkomen van de partner of het eigen vermogen.
Ruim een derde zal de woning verkopen als ze de hypotheeklasten niet meer kunnen betalen. De meerderheid vertrouwt erop geen hypotheekschuld over te houden, zes op de tien denkt zelfs geld over te houden. Ruim procent verwacht een schuld over te houden